Allerlei groepen lobbyen om invloed uit te oefenen op de overheid. Maar wie krijgt er het makkelijkste toegang tot de politiek? Ellis Aizenberg en Marcel Hanegraaff hebben onderzocht wie toegang krijgen tot het Parlement: ze analyseerden wie aan het woord komt in parlementaire hoorzittingen. De resultaten zijn opvallend. Vanaf ongeveer 2000 zie je een sterke groei van het aantal grote bedrijven dat deelneemt aan hoorzittingen. Hun kant van het verhaal wordt veel vaker gehoord dan bijvoorbeeld de kant van werknemers. Nu zou je kunnen zeggen: die bedrijven zitten daar niet altijd voor hun plezier, soms worden ze gewoon op het matje geroepen. Om een completer beeld te krijgen, hebben we ook gekeken hoe vaak grote bedrijven en andere organisaties een gesprek achter gesloten deuren hebben met een minister of staatssecretaris. Ook hier zie je dat grote bedrijven vaker toegang krijgen tot de politiek.
Bedrijven krijgen veel vaker toegang tot het Parlement dan vertegenwoordigers van werknemers. Vooral grote bedrijven worden steeds vaker uitgenodigd voor hoorzittingen. Op de x-as: aantal keer verschenen in parlementaire hoorzittingen over de periode 1970-2017. Bron: Aizenberg en Hanegraaff (2020).
Methode: Automatische en handmatige analyse van organisaties en grote bedrijven die hebben deelgenomen aan parlementaire hoorzittingen over de periode 1970-2017. Namen van grote bedrijven (minstens 250 werknemers) zijn ontleend aan het Handelsregister.
Uitkomsten: Grote bedrijven werden 664 keer gehoord, beroeps-en ledenorganisaties 264 keer, vakbonden 230 keer en werkgeversorganisaties 213 keer. Opvallend is dat de verschillen tot 2000 beperkt waren; daarna is er een sterke toename van het aantal grote bedrijven dat verschijnt in hoorzittingen. Als je kijkt hoe bedrijven hun belangen behartigen in Den Haag, dan laat het onderzoek een verschuiving zien van werkgeversorganisaties naar grote bedrijven. Werkgeversorganisaties moeten de gezamenlijke belangen van hun hele achterban proberen te vertegenwoordigen, maar grote bedrijven lijken er dus vaker voor te kiezen om buiten de werkgeversorganisaties om hun eigen belangen te behartigen. Op basis van ander onderzoek verwachten de auteurs dat de ongelijke vertegenwoordiging op ambtelijk niveau nog groter is dan op politiek niveau.
Bron: Ellis Aizenberg & Marcel Hanegraaff (2020) Is politics under increasing corporate sway? A longitudinal study on the drivers of corporate access, West European Politics, 43:1, 181-202.
We zagen dat grote bedrijven vaker worden uitgenodigd voor Parlementaire hoorzittingen. Nu zou je kunnen zeggen: die bedrijven zitten daar niet altijd voor hun plezier, soms worden ze gewoon op het matje geroepen. Om een completer beeld te krijgen, hebben we ook gekeken hoe vaak grote bedrijven en andere organisaties een gesprek achter gesloten deuren hebben met een minister of staatssecretaris. Ook hier zie je dat grote bedrijven vaker toegang krijgen tot de politiek.
Grote bedrijven en werkgeversorganisaties hebben veel vaker een gesprek achter gesloten deuren met een minister of staatssecretaris dan vertegenwoordigers van werknemers. Op de x-as: aantal gesprekken met bewindspersonen. Bron: Rijksoverheid.
Methode: Er is een analyse gemaakt hoe vaak organisaties een gesprek achter gesloten deuren hebben gehad met een minister of staatssecretaris. Voor het selecteren van organisaties is aangesloten bij de organisaties die vertegenwoordigd zijn in de STAR (vakbonden en werkgeversorganisaties) en bedrijven met een vertegenwoordiger in het algemeen bestuur van VNO-NCW. Als meerdere organisaties uit een categorie aan een gesprek hebben meegedaan, dan is dit gesprek één keer meegeteld. Aanvullend zijn de cv’s van bewindspersonen geanalyseerd. Zowel de agenda’s als de cv’s zijn ontleend aan Rijksoverheid.nl (stand van zaken half september 2020). De analyse beperkt zich tot gegevens beschikbaar op de resultatenpagina.
Uitkomsten: Grote bedrijven (zoals de banken, KLM, Ahold Delhaize en Shell) en werkgeversorganisaties hebben veel vaker een gesprek achter gesloten deuren met een minister of staatssecretaris dan vakbonden. Dit weerspiegelt de achtergrond van de huidige bewindspersonen: drie hebben een functie bij Shell gehad; een bij Unilever, een bij ABN Amro en een bij werkgeversorganisatie VNO-NCW.
Bron: Rijksoverheid, analyse FNV.